Waarschuwing: waarom je niet zelf moet gaan neuzen in de DSM-classificatie

Denk je dat je ADHD ‘hebt’? Dan volgt hier een waarschuwing: het is van groot belang dat je niet zelf gaat neuzen in de DSM-classificatie.
Die 18 gedragsomschrijvingen van ADHD zitten vol gevaar! Van die 18 moet je er minimaal 12 hebben, dat staat er. En dat lijk jij goed te begrijpen.

Stel dat je die 18 kenmerken leest, gaat turven en dan 13x ‘ja’ denkt of zegt. Dan kan je gaan denken: ik heb er 13, dus dan heb ik ADHD!?

Dat blijkt een gedachte vol grote risico’s.

Ik zie minimaal vier gevaren.
Ik zie minstens vier redenen waarom je niet zelf moet neuzen in de classificatie-criteria van de DSM.

=
Gevaar 1
In 17 van 18 gedragsomschrijvingen van ADHD komt het woord ‘vaak’  voor.

‘Vaak’ in zinnen zoals:
– “Is vaak…”
– “Heeft vaak…”
– “Lijkt vaak…”
– “Doet vaak…”

Vaak. Zeg nou zelf: wat is vaak?
Voor de een is ‘vaak’ een paar keer per week, voor een ander ‘vaak’ enkele keren per dag. Voor weer een ander is het weer anders.
Het maakt voor de psychiater niet uit áls jij maar kiest.

Juist door die vage term ‘vaak’ zul jij gemakkelijker geneigd zijn ‘ja’ te antwoorden.
Juist door die vage term ‘vaak’ haal jij je gemakkelijk een gedragskenmerk voor de geest: je ziet jezelf in bepaalde situatie bepaalde dingen doen en zeggen.

Op die manier koppel je jouw visie op jezelf aan de inhoud van die beschrijving. Zeg of denk vervolgens ‘ja’ en je hebt jezelf geconditioneerd. Dan versmelt jij voor jezelf iets van jouw gedrag aan de uitleg van een onbekende groep psychiaters. Je bevestigt het zelf, mede dankzij het woord ‘vaak’.

Eerst kreeg jij bij die beschrijving dat beeld van jezelf… en daarna krijg jij bij jouw voorstelling van jouw eigen gedrag die beschrijving. Kun je me volgen?

Het woord ‘vaak’ is een hypnotiserend woord.
Het laat jou invullen hoe vaak ‘vaak’ is. Je doet het zelf.
Je mag het zelf bepalen terwijl je voor een beeldscherm zit. In je eentje.
=

Gevaar 2
Nogmaals, in 17 van 18 gedragsomschrijvingen van ADHD komt het woord ‘vaak’  voor waardoor je gemakkelijker ‘ja’ kunt beantwoorden.

Dat heeft nog een tweede, zwaarwegend gevolg: je kunt heel gemakkelijk ten prooi vallen aan een zogenaamde ‘yes-set’.

Een yes-set betekent twee dingen:
a- als je twee of drie keer achter elkaar ‘ja’ zegt of ‘ja’ denkt, dan gebeurt er iets bijzonders in je brein waarvan je je niet bewust bent.
b– je hebt de automatische neiging om na twee of drie keer achter elkaar ‘ja’ zeggen of ‘ja’ denken… opnieuw ‘ja’ te zeggen of ‘ja’ te denken! En je merkt het niet dat dat automatisch gaat. Het overkomt je. Het is een fysio-neurologisch automatisme, terwijl jij van jezelf denkt dat je zelf gekozen hebt.

Anders gezegd: als jij 2 of 3 keer achter elkaar ‘ja’ denkt of ‘ja’ zegt, dan laat jouw brein jou gemakkelijk ‘ja’ zeggen of ‘ja’ denken, zelfs als het ‘nee’ zou moeten zijn. Jouw vierde en vijfde ‘ja’ zijn in feite volledig onbetrouwbaar qua waarheid.

 

Gevaar 3
Er zijn nog vier eisen in de DSM waaraan voldaan moet zijn, wil je ADHD ‘hebben’. Die vier eisen worden gemakkelijk vergeten. Die vier zijn:

A- een paar symptomen van hyperactiviteit-  of onoplettendheid die beperkingen veroorzaken waren voor het twaalfde jaar aanwezig.

B- een aantal beperkingen uit de groep symptomen zijn aanwezig op twee of meer terreinen (bijvoorbeeld op school/werk plus thuis). (Dit wordt het impairment-criterium genoemd.)

C- er moet sprake zijn van significante beperkingen in het functioneren op school/werk en onder sociale omstandigheden.

D- de symptomen moeten duidelijk niet slechts een onderdeel zijn van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, schizofrenie of een andere psychotische stoornis. En de symptomen zijn niet eerder toe te schrijven aan een andere psychische aandoening zoals een stemmingsstoornis, angststoornis, dissociatieve stoornis of een persoonlijkheidsstoornis.

Het gevaar van een yes-set bestaat nu ook. Sterker nog: je moet op elk van deze kwestie ‘ja, dat is waar’ antwoorden, want anders ‘heb ‘je in de psychiatrische praktijk geen ADHD van welk subtype dan ook.
=

Gevaar 4
Er staan ook vage woorden in die vier eisen:
– ‘een paar’ (Hoeveel is dat?)

– ‘beperkingen’ (Wanneer is iets een beperking? En voor wie? Wie gaat er moeilijk over doen?)
– ‘significant’ (Hoe bewijs je dat? Wie?)

 

Wees wijs. Neus niet zelf in de criteria van de DSM.
+

Wanneer krijg je de “diagnose” ADD?

Let op: het onderstaande artikel gaat nog over de DSM-IV.
Sinds 2013 geldt de DSM-V. Zie daarvoor: http://adhdcoachamsterdam.nl/blog/adhd-criteria-van-dsm-iv-naar-dsm-v-wat-is-veranderd/

 

ADD “HEB” EN “KRIJG” JE NIET ZOMAAR…
Wanneer wordt een ‘tekort aan aandacht’ gezien als een ‘aandachtstekort-stoornis’?
(Zie voor ADHD deze blog)

=
Een psychiater vermoedt dat je een aandachtstekort-stoornis hebt, ADD, wanneer je aan de volgende 6 criteria voldoet:

1.

A: bij kinderen komen de gedragingen overeen met minimaal 6 van de 9 gedragskenmerken van tekort aan aandacht (zie onderaan deze pagina);

B: bij volwassenen komen de gedragingen overeen met minimaal 4 of 5 van de 9 gedragskenmerken van tekort aan aandacht (zie onderaan deze pagina).

2.

alle herkende symptomen van onoplettendheid zijn gedurende ten minste 6 maanden aanwezig geweest in een mate die onaangepast is en niet past bij het ontwikkelingsniveau.

3.

enkele van die herkende symptomen van onoplettendheid (die beperkingen veroorzaken) waren voor het 7e jaar aanwezig.

4.

enkele van die herkende symptomen van onoplettendheid (die beperkingen veroorzaken) zijn aanwezig op 2 of meer terreinen; bijvoorbeeld op school/werk en thuis.

5.

het “normale” functioneren op school, op het werk of in andere sociale verbanden moet door die herkende symptomen van onoplettendheid significant beperkt en verstoord worden.

6.

de herkende symptomen komen niet uitsluitend voor in het beloop van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, schizofrenie of een andere psychotische stoornis en zijn niet eerder toe te schrijven aan een andere psychische stoornis (bijvoorbeeld stemmingsstoornis, angststoornis, dissociatieve stoornis of een persoonlijkheidsstoornis).

 

DE 9 KENMERKEN VAN EEN TEKORT AAN AANDACHT

Hier volgen de 9 beschrijvingen (gedragskenmerken of symptomen) van een tekort aan aandacht zoals genoemd onder de 6 criteria punt 1A en 1B hierboven.

Tekort aan aandacht – Het kind of de volwassene:

  1. slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos fouten in schoolwerk, werk of bij andere activiteiten
  2. heeft vaak moeite de aandacht bij taken of spel te houden
  3. lijkt vaak niet te luisteren als hij/zij direct aangesproken wordt
  4. volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er vaak niet in schoolwerk, karweitjes af te maken of verplichtingen op het werk na te komen (niet het gevolg van oppositioneel gedrag of van het onvermogen om aanwijzingen te begrijpen)
  5. heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten
  6. vermijdt vaak, heeft een afkeer van of is onwillig zich bezig te houden met taken die een langdurige aandacht (langdurige geestelijke inspanning) vereisen (zoals school- of huiswerk)
  7. raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden (bijvoorbeeld speelgoed, huiswerk, potloden, boeken of gereedschap)
  8. wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels
  9. is vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden
 

Kun je ADHD “hebben”?

Zoals je griep hebt of de ziekte van Pfeiffer?
Hè, is AD(H)D een ziekte?
Of is AD(H)D een stoornis?

Als je precies gaat kijken naar hoe AD(H)D in de DSM-IV* gedefinieerd is, dat luidt het antwoord in die twee laatste vragen: NEE! AD(H)D is géén ziekte en AD(H)D is géén stoornis. Je kunt ook geen diagnose AD(H)D krijgen. Al wordt het zo tegenwoordig makkelijk gezegd en genoemd.

Een ziekte kan AD(H)D volgens Trudy Dehue** sowieso niet zijn want… “van een ziekte is pas sprake wanneer de aandoening als een algemeen en maatschappelijk onaanvaardbaar iets wordt beschouwd (bijvoorbeeld besmettelijkheid) waarvoor een arts geraadpleegd dient te worden.”

Maar ook voor een stoornis kan ADHD volgens de letter van de DSM-IV niet doorgaan. ADHD is namelijk geen naam voor de oorzaak van een stoornis. ADHD is enkel en alleen een verzamelnaam van 18 gedragsuitingen die stuk voor stuk kunnen duiden op de aanwezigheid van een stoornis!

Dehue formuleert het als volgt: “ADHD is een samenvattende beschrijving van een aantal gedragskenmerken.”

Wat elk van die beschreven gedragingen veroorzaakt, tja, dat vermeldt de DSM-IV dus niet. Dat weten ze ook niet en daardoor bestaat er ook geen medische standaardtest voor AD(H)D.

 

* De DSM-IV is een boek uit 2000 met een afgesproken opsomming van gedragskenmerken die op een psychiatrische aandoening kunnen wijzen.

** Dehue, Trudy. De depressie-epidemie. Amsterdam: uitgeverij Augustus, vierde druk 2008.

 

Heeft ADHD een biologische oorzaak?

Volgens Trudy Dehue*, hoogleraar wetenschapstheorie en wetenschapgeschiedenis, zijn het de DSM-opstellende psychiaters zelf die in 2002 en 2007 officieel verklaarden dat er uit onderzoek omtrent AD(H)D (en alle 301 “stoornissen” in de DSM-IV**) geen – nogmaals geen – harde wetenschappelijke conclusies te trekken zijn omtrent biologische oorzaken.

Daarom mag officieel niet gezegd en geschreven worden dat AD(H)D een (neuro)biologische oorzaak heeft.

De farmaceutische industrie omzeilt dit verbod altijd door veel plaatjes en filmpjes van hersenactiviteit te tonen en door zinsconstructies als “… Kan veroorzaakt zijn door…” enz.
=
=

* Dehue, Trudy. De depressie-epidemie. Amsterdam: uitgeverij Augustus, vierde druk 2008.

** De DSM-IV is een boek met een afgesproken opsomming van symptomen van alle psychiatrische aandoeningen. In 2013 verscheen de aangepast versie DSM-V.

Waar komt de naam ADHD vandaan?

De term ADHD verscheen voor het eerst in de DSM* van 1987.

Tot 1980 werden de “AD(H)D-achtige”-verschijnselen nog gepresenteerd als een gevolg van MBD (eerst Minimal Brain Damage, later Minimal Brain Dysfunction).

In 1980 verscheen de 3e editie van de DSM, de DSM-III. In deze versie werden voor het eerst de termen ADD en ADDH (geen schrijffout!) gebruikt.

In de herziene versie van 1987, de DSM-III-R, bleef de term ADD behouden maar werd de term ADDH veranderd in ADHD.

=

* De DSM is een boek met een afgesproken opsomming van symptomen van alle psychiatrische aandoeningen. Met de latere versies van DSM wilden de makers ervan teweegbrengen dat psychiaters internationaal dezelfde taal zouden gebruiken om symptomen te beschrijven, om zo tot gelijkende diagnoses te kunnen komen.

=

Bron:
Bolt, Timo. Van zenuwachtig tot hyperactief. De geschiedenis van ADHD en aanverwanten, ca. 1900-2008. Utrecht, afstudeerscriptie Universiteit Utrecht, 2009