Verslag van Iederwijs-symposium – 22 april 2003

Leren wat je belangrijk vindt
IEDERWIJS

  • Kies wat, wanneer en hoe je iets leert
  • Geen lokalen maar ruimtes voor activiteiten
  • Alle leeftijden in één groep
  • Jouw interesse inspireert anderen
  • Kind, begeleider en ouder, ieder stem telt

verslag van Tura G. Gerards
van een symposium over een nieuwe inzichten in onderwijs
op 22 april 2003, in de Hogeschool Domstad te Utrecht

© het geheel of in gedeelten overnemen en publiceren van deze teksten in andere media alleen met vermelding van de auteur

Yolanda Eijgenstein, zelfstandig ondernemer en eigenaar van Why Company, en mede-oprichter van Iederwijs, introduceerde, begeleidde of interviewde de gehele dag voor een overvolle zaal met 400 belangstellenden de volgende sprekers en onderwerpen:

  • Innovaties binnen het onderwijs vanuit pedagogische opleidingen met Peter Verleg, voorzitter van College van Bestuur van de Hogeschool Domstad
  • 35 jaar baanbrekend werk in het onderwijs met Mimsy Sadofsky, één van de oprichters van de Sudbury Valley School USA
  • Leven en leren bij Iederwijs met Eefke Eijgenstein en Bas Rosenbrand, oprichters en begeleiders van Iederwijs Schoonhoven)
  • Het effect van ons huidige onderwijssysteem op ons doen en laten als kind én volwassene met Luc Stevens, professor Orthopedagogie Universiteit Utrecht
  • Het verdwijnen van de externe autoriteit, de opkomst van de innerlijke autoriteit met Peter Delahay, visionair, econoom, astroloog
    =

“Opening”
door Yolanda Eijgenstein

Yolanda Eijgenstein, moeder van een 4-jarige zoon, zakenvrouw van het jaar 1997 en in het tijdsschrift Educare aangekondigd als de beschermvrouwe van Iederwijs, praat -zoals ze zelf stelt- gráág en houdt van aandacht. Meteen duidelijk is de energie die ze uitstraalt! Plezier! Passie! Remmen los! Hoe leuk kan een symposium zijn?!

Yolanda vertelt: er was gehoopt op een toestroom van 150 mensen naar deze bijeenkomst, maar ongeveer 1000 mensen meldden zich aan. 600 van hen moesten teleurgesteld worden.

Alles gaat ineens in een stroomversnelling! Anderhalf jaar geleden nog maar, op de avond voor de officiële opening van de eerste vestiging van Iederwijs in Schoonhoven, dreigde de plaatselijke wethouder van onderwijszaken telefonisch nog met ontruiming door de politie!

Welkom! Water en fruit staan achter en opzij in de ruimte. Pak wanneer je maar wil.

De aanzet van Iederwijs

4 jaar geleden groeide bij Eefke Eijgenstein (Yolanda’s zus) en Bas Rosenbrand de vraag hoe het anders kon in het (basis)onderwijs. Sudbury Valley School was in Amerika een lichtend voorbeeld, als ook het werk van Rebeca en Mauricio Wild in Equador. Zou dat hier ook kunnen? Zullen er wel minimaal 6 kinderen aangemeld worden? Na twee jaar praten en denken en moed verzamelen, en financieel gesteund door een aantal bedrijven, sprongen ze samen in het diepe. Iederwijs Schoonhoven werd geboren. Met vandaag de dag 18 deelnemers in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Met een wachtlijst van 80 kinderen. Met 22 initiatieven door het hele land op ongeveer dezelfde basis. In januari 2003 opende Iederwijs Soest als tweede.

Wat kinderen raakt

Yolanda Eijgenstein stelt dat ze niet tégen het huidige systeem van onderwijs is, maar ze ziet wél dat het anders kan. Ze wil bovendien haar energie niet verliezen in vechten tegen allerlei weerstanden, maar alles steken in dát dóén wat haar inspireert. Dus wensen van kinderen en begeleiders honoreren, doen waar je behoefte aan hebt. Vanuit passie. Wat kinderen raakt. Wat energie brengt en geeft.

“Kinderen willen alleen maar uitdagingen, ze willen juist moeilijk, niet makkelijk.”

Het doceren van jonge mensen in de vorm van overbrengen door middel van vertellen is passé.

Een kind heeft toekomst, in de breedste zin van het woord, als het gezien, gehoord en begrepen wordt. “Op basis van veiligheid en vertrouwen komt het leren vanzelf.”

Er wordt volgens Yolanda meer aan wiskunde gedaan in Schoonhoven dan op welke school dan ook, omdat de kinderen daar rekenen en wiskunde een leuk vak vinden.

De toekomst

De komende tien jaar gaat er veel gebeuren, voelt Yolanda. Mede dankzij de vele mensen die eerder al de weg geëffend hebben, soms in zwaar weer en onder veel tegenwerking. Ze noemt de Sudbury Valley School nabij Boston in Amerika en Tresore, dat 5 jaar geleden als eerste in Nederland startte. Tresore is later overgegaan in Aventurijn en Wonderwijs.

Yolanda hoopt dat het innovatieve van Iederwijs nu over 10-15 jaar conservatief zal zijn…

De invloed van de economische recessie

De economische recessie vervult Yolanda met blijdschap. Het richt de aandacht nog meer op de kwaliteit van onderwijs. Wil je vandaag de dag werken in de zorg en het onderwijs? Op deze arbeidsmarkt is er meer vraag dan aanbod! Ook dat biedt kansen en ruimte voor een hernieuwde kijk op onderwijs. Misschien komt de recessie wel te vroeg, mijmert Yolanda; het had nog wel 3 tot 4 jaar slechter mogen gaan, het moeras had nog zompiger mogen worden. Want wellicht kan “politiek Den Haag” door deze omstandigheden in de veronderstelling raken dat “die vernieuwingen er nu wel vanzelf komen…” Een lakse houding zou daar uit kunnen volgen.

Tot slot

Yolanda citeert het antwoord van de 11-jarige Marijn op vragen van politici over wat er nou te leren valt op Iederwijs: “Ik leer dat ik belangrijk ben”.

“Dat is wel het laatste wat ik geleerd heb op mijn school”, aldus Yolanda. “Van jezelf houden, dat te zeggen van je zelf, is een taboe.”

En zo komt het dat wij allen getrakteerd worden op Yolanda’s live gezongen vertolking van een lied van Harrie Jekkers: “Ik hou van mij, dat hoor je nooit zingen… ik blijf bij mij… ik kan niet zonder mij…”

Een warm applaus ontspringt uit de zaal! Yolanda Eijgenstein: “Dank u, ik vond het heerlijk!”

Was kan er na zo’n brede en stormachtige inleiding nog toegevoegd worden? Is alles al gezegd?

=

“Innovaties binnen het onderwijs vanuit pedagogische opleidingen”
door Peter Verleg

Peter Verleg, gastheer voor dit symposium en voorzitter van het College van Bestuur van Hogeschool Domstad te Utrecht, opent zijn betoog met een persoonlijke anekdote, een gebeurtenis waaruit hij veel geleerd heeft:

“In het najaar van 2002 kreeg ik een uitnodiging voor een reünie van klas 6 (“groep 8”) uit 1972 van de lagere school waar ik 5 jaar lang leraar was, voordat ik werk “hogerop” zocht. Het was een bijzondere avond die plaatsvond in een prachtig en sfeervol restaurant. We werden allen rondgeleid door een trotse en zelfbewuste eigenaar, een oud-leerling van me. En zonder het te zeggen, liet hij me merken: had je niet gedacht, hè! En dat was waar, dat had ik inderdaad niet gedacht! Ik kreeg die avond heel veel “feed-back” -een woord dat toen nog niet bestond- over mijn functioneren als leraar. Dames en heren, dit wordt een openbare biecht. Alles kwam ter sprake: mijn uitdrukkingen, mijn strafmaatregelen, mijn missers, mijn kleding, welke kinderen ik wél had gezien, welke kinderen ik niet genoeg had gezien, en welke ik had gekwetst. En ook de oprechte verontwaardiging over het feit dat ik midden in hun laatste schooljaar van baan veranderde en hen achterliet.”

Peter stelt dat “elk kind de beste leraar verdient”. Deze zin is dan ook een marketing-slogan van de Hogeschool Domstad geworden. Onderwijs moet interessant en motiverend zijn, uitdagend en betekenisvol. Inspiratie is nodig. Het is tijd voor echte veranderingen en daarvoor moet op de pedagogische opleidingen al gestart worden. Op de Hogeschool Domstad wordt daaraan gewerkt met behulp van 3 “mensen van buiten”. 3 thema’s dienen daarbij als uitgangspunt:

  1. kantelen van aandacht voor curriculum naar aandacht voor kind
    kantelen van curriculum naar competentiegericht onderwijs
  2. aandacht voor school- en arbeidsorganisatie
  3. Een eigen toekomst bouwen kan vereisen dat je buiten de bestaande regelgeving moet kijken en buiten kaders moet treden.
    =

4 denkkaders om beweging te genereren

Peter Verleg geeft tot slot 4 denkkaders mee, als stof tot nadenken, ter prikkeling. “Om beweging te genereren”.

Wat is er tegen om, binnen de budgettaire kaders, i.p.v. een 4-jarige standaard opleiding, een 6-jarige “duaal”-opleiding te verzorgen? Waarin zowel studenten als docenten 50% van de tijd op school zitten en de andere 50% bij werkgevers werken en leren.
Stokpaardje: het bereiken en meten van de beroepsgeschiktheid (kern-competenties) van studenten in het propaedeusejaar kan in kortere tijd en adequater dan nu gebeurd in 14 tot 16 vakvormingsgebieden.
Stelling: het huidige concept van opleiden in school (de “werkvloer”) draagt niet bij tot echt vakmanschap van leraren.
Geef de licenties en bevoegheden van onderwijsberoepen een beperkte rechtsgeldigheid, bijvoorbeeld 5 jaar.

=

“35 jaar baanbrekend werk in het onderwijs”
door Mimsy Sadofsky

Mimsy Sadofsky is, samen met haar echtgenoot Mike één van de oprichters van de Sudbury Valley School nabij Boston in de Verenigde Staten van Amerika. Sudbury Valley School herbergt 200 deelnemers in de leeftijd van 4 tot 19 jaar.

Zij is voor het eerst in Nederland en vertelt één van de belangrijkste redenen voor het opzetten van deze bijzondere schoolvorm, zo’n 35 jaar geleden: “Onze zoon kwam steeds vaker van school terug met hoofd- en maagpijnen.”

Een klein stukje geschiedenis

“Mass schooling”, het scholen van grote groepen jonge mensen, ontstond volgens Mimsy in het begin van de industriële revolutie, in het midden van de 19e eeuw. Het sloeg aan! Enerzijds omdat industriële organisatie veel werknemers vereiste met gelijkwaardige kwaliteiten en (hand)vaardigheden, anderszijds omdat er een zucht bestond om een beter leven voor mensen te creëren. Dat tijdperk zijn we nu al ver voorbij, wij zijn zelfs voorbij het post-industriële tijdperk en zitten nu midden in “the information age”. Met meer soorten beroepen dan ooit bestaan hebben. Onze hedendaagse samenleving is zo complex, zo veelzijdig en er gaat zo veel “information” rond dat het moderne leven vereist dat je leert selecteren: wat neem ik in, wat sluit ik uit. Ieder mens moet zelf de basis leggen voor het begrijpen van de wereld. “Everybody must form a world view.” Elk inzicht is een verworvenheid.

De huidige situatie

Mimsy constateert dat “children feel it in their bones that schooling is irrelevant.” Veel leerlingen “staken”!! Maar de behoefte, het verlangen onder jonge mensen “to live fruitfully in this world” is onveranderd gebleven. En het inzicht dat je niet leert door “doing classes” is volgens haar al wijdverbreid. “You live in the world and you learn. This means learning in an organic manner. You have no idea how you have learned something. But you are absolutely born equipped to do this.”

Mimsy: “Sudbury Valley is a laboratory for free minds to understand the world.” En ze citeert uitspraken van jonge mensen uit deze experimentele omgeving: “Most of the things I learned, 99% of it, I learned from other kids. How to get things done, how to organize.” Het heeft alleen maar met het dagelijkse leven te maken, uitvinden en proefondervindelijk toepassen hoe zaken werken en “how things work”.

2 belangrijke kenmerken van de Sudbury Valley School

De twee belangrijkste kenmerken van de Sudbury-Valley-opzet zijn:

  1. Age mixing; gemengde leeftijden
  2. Play; alles is spel
    =
    =

Age Mixing

Tweehonderd jonge mensen van 4 tot 19 jaar die elkaar kennen, en die vrij zijn om elk moment van elke dag elkaar op te zoeken en met elkaar op te trekken tot iets anders hen verder leidt. Stel je voor hoeveel stimulansen onderling dat teweegbrengt! Tweehonderd mensen die elke dag “ongemerkt” leren van én door elkaar, zonder dwang, zonder moeten. Ongemerkt kan je mentor zijn voor een ander, een 18-jarige kan leren van een 5-jarige, en omgekeerd. Mimsy benadrukt een bijzonder, al lang bekend, fenomeen dat op Sudbury Valley in volle werking gezien kan worden:
“Solutions to problems evolve as you explain them to others. By expressing and finding the right words, one comes to understand at a higher level oneself. And since you have only learned and understood recently, you are not an expert and still speak the language of the other!””

Play

Spelen is de natuurlijke weg voor elk mens, niet allen voor kinderen. Net als volwassenen zoeken kinderen naar interessante partners om mee te praten, en zo leren ze spelerderwijs. Kennis en inzicht ontstaan vanzelf “through conversation, while looking for stimulating people”. Het leven, de natuur, draagt zelf de richting van leermomenten aan. Progressie is altijd het resultaat van innovaties en duizenden van die vernieuwingen zijn uitgezaaid in het moderne levensomstandigheden: vliegtuigen, computers, tv en noem maar op. Het leven is tegenwoordig verzadigd van speel- en leermateriaal.

Mimsy maakt een vergelijking tussen het leerproces in het algemeen en het leren kruipen en lopen van een kind: “We can’t teach them, but we can retard them by depriving them of possibilities of development.”

En volgens haar is het simpelweg een feit dat alle volwassenen spelen, ook al vermijden ze dat woord.

“It’s vital to play all your life.” Als iedereen zo zou leven, “one will never be bored and best adapted for modern life. People who play, play more and more sophisticated games and ideas. Things progress. Freedom to play is totally empowering. Obstacles become exiting!” Elke keer een stapje proberen te reiken, in alles een uitdaging zien. En als je verveelt, ga je gewoon iets anders doen. MOVE!

“When conversation moves freely, there are no trivial conversations. You play with ideas, shape and mold them, reshape viewpoints.” Ideeën, inzichten en ervaringen worden volgens Mimsy Sadofsky gevormd door te luisteren, te begrijpen wat gezegd wordt en door je zelf uit te drukken in taal. Het vormt volgens haar een natuurlijke en gezonde basis voor verbondenheid en relaties.

The gift of time

Op Sudbury Valley School is tijd voor alles wat er maar gebeuren kan. Nadenken en uitwisselen, onderzoeken, bouwen, ontspannen. Time to laze, time to waste? Mimsy citeert A.S. Neal: “The inner compulsion is the only value.”

Ouders en kinderen

Er schuilt een natuurlijke bron van conflict in de ouder-kind-relatie; een pasgeboren kind is afhankelijk van zijn ouders, “parents are in control”. Dat is noodzakelijk en daar hoeft ook niet aan getornd te worden. Mimsy stelt dat gaandeweg de jaren het kind steeds meer onafhankelijkheid en privacy nodig heeft en dat de ouders moeten leren zich daarop in te stellen. Ze spreekt van een houding met “benign neglect”. < Probeer dat maar eens in twee woorden te vertalen! “ondersteunend veronachtzamen” misschien… (Tura) / Tip van een lezeres: “gezonde verwaarlozing” >

Vergaderen op Sudbury Valley School

Wekelijks vinden er op Sudbury Valley School vergaderingen plaats over het reilen en zeilen van het geheel. Iedereen, jong en oud, is even zeer verantwoordelijk voor zijn of haar ontwikkeling en daarom ook voor zijn of haar “community”. Verplicht is het bezoeken van de vergaderingen evenwel niet. Maar zaken als nieuwe regels waar iedereen zich aan dient te houden (bijvoorbeeld na een ongeluk: niet rennen in de gangen!) en beslissen waaraan het geld van de school wordt uitgegeven trekt je er vanzelf naar toe.

Take your freedom without disturbing the freedom of others

Er zijn ook bijeenkomsten met een speciaal karakter. Bijvoorbeeld “the judicial committee”, het rechtssysteem binnen de gemeenschap. Iedereen kan een klacht indienen over het gedrag van iemand anders en elke klacht wordt onderzocht, de beschuldige wordt gevraagd om “guilty or not guilty”. Eventueel vinden er interne rechtszaken plaats en beslissen alle deelnemers van Sudbury Valley gezamenlijk over strafmaatregelen bij gebleken schuld.

Ervaringen van Sudbury Valley studenten op universiteiten en hogescholen

Mensen die zich ontwikkeld hebben op Sudbury Valley zijn gemiddeld niet minder dan jongeren geschoold op “normale” scholen. Sudbury-Valley-mensen hebben ervaring met velerlei situaties en met organiseren. “Having a boss is not a problem.” Wat hen wel opvalt is dat de motivatie van andere studenten om te studeren vaak afwijkt van de hunne. “”Wrongly motivated” zou je de studiereden kunnen noemen om buiten de controlesfeer van je ouders te kunnen leven.

Tot slot

Opvallend was de manier waarop Mimsy Sadofsky haar betoog: ze stopt plotseling midden in een zin, meldt dat haar stem begint te breken, murmelt nog “my time was up anyway” en vouwt haar blaadjes op. Zo intens kan het dus gaan op Sudbury Valley School. MOVE!

=

“Leven en leren bij Iederwijs”
door Eefke Eijgenstein en Bas Rosenbrand
via interviewvorm met Yolanda Eijgenstein

Eefke Eijgenstein en Bas Rosenbrand richtten ongeveer 2 jaar geleden Iederwijs op in Schoonhoven.

Eefke zag als lerares op een “gewone” school dat kinderen binnen moesten blijven zitten bij mooi weer, en dat ze wilden praten terwijl ze geacht werden stil te zijn. Ze vond dat ze niet in staat was tegemoet te komen aan wat er bij de kinderen werkelijk leefde.

Wat willen ze gaan zien in het dagelijkse werk met kinderen, en wat valt hen op aan Iederwijs?

Iederwijs Schoonhoven bevat nu 18 deelnemers tussen de 4 en 12 jaar, maar Eefke zou graag aan veel meer kinderen ruimte willen bieden dan nu mogelijk is. Meer ruimte is haar allergrootste wens, voor meer mogelijkheden: een dansruimte bijvoorbeeld, een groter atelier, een voetbalveld… Salaris voor de begeleiders, die nu nog als vrijwilliger meewerken, is ook een grote wens. Bas vult aan: een groter gebouw in de natuur…

Bas is verbaasd over hoeveel er op een dag gebeurd wanneer je als “leraar” niet meer stuurt en controleert en de kinderen hun eigen gang gaan.. Op vragen als: -ontwikkelen de kinderen zich zo niet te eenzijdig?- antwoordt Bas dat je echt verschrikkelijk je best moet doen om je bij Iederwijs eenzijdig te ontwikkelen! Het is op in feite onmogelijk.

Eefke vertelt hoe ze in het begin eens probeerde om het reilen en zeilen van die dag te evalueren, een poging tot structurering. Uit onzekerheid, bekent ze. Maar haar behoefte aan ordening kreeg allerlei vormen van chaos (door elkaar heen praten etc) als antwoord. Al gauw zag ze zich zelf in deze situatie transformeren tot een juf van het type politieagent. Het maakte haar duidelijk dat evaluaties geen onderdeel kunnen zijn van het Iederwijs-concept. Wat dan wel?

De 6 V’s

Wat past dan wel bij Iederwijs?
Op de achterwand geprojecteerd staan de 6 V’s horend bij Iederwijs:

  1. Veilig Voelen
  2. Vertrouwen op Vermogen
  3. Vrijheid met Verbondenheid
  4. Verrijking door Verschillen
  5. Vormgeven van Verlangens
  6. Verder door Vragen

Werkend met deze 6 V’s kwam Bas tot het inzicht dat deze 6 punten niet hun doelen waren, maar hun uitgangspunten. Zelf voelt hij zich sterk aangetrokken tot vrijheid in verbondenheid. Hij citeert een stuk uit een bijzonder gesprek tussen twee kinderen:

“Je mag niet pesten!”
“Ja hoor, je mag bést pesten!”
“Nee, je mag niet pesten!”
“Welles…”
enz…

Hij bood hulp aan maar dat werd geweigerd. Uiteindelijk kwam alles op zijn pootjes terecht Voor beide inzichten en standpunten bleek plaats omdat de kinderen zelf ook de consequenties ervaren van hun eigen keuze. Pestkopperij bleek binnen de groep te leiden tot uitsluiting.

Eefke vindt vertrouwen op vermogen mooi. De vraag ‘Hoe krijg je echt alles uit de kinderen wat erin zit’ is in feite alleen maar een weergave van de angst bij volwassenen.

Aan verrijking door verschillen voegt Bas toe dat hij verlost is van de eis om als leraar alles te weten en te kunnen. Hij speelt nu mee wanneer hij het leuk vindt en merkt dat er zo echte vriendschappen ontstaan met de anderen.

Bij dit interview zijn ook kinderen van Iederwijs aanwezig. Ze hebben links en rechts van de volwassenen twee zachte bankstellen ter beschikking. De jongens zitten op de ene, de meisjes op de andere bank.

Yolanda vraagt aan de kinderen of ze Bas als vriend zien.

Dat blijkt geen gemakkelijke vraag. Na een herformulering tot een open vraag, komt het antwoord: “Bas is een vriend.”
“Kun je ook zeggen waarom?”
“Nee!”
Een van de meisjes voegt er aan toe: “Dan lijkt het net alsof we gelijk zijn aan elkaar.”

Leren van anderen

Bas: “Bij Iederwijs leer je door af te kijken. En het voelt heerlijk als mensen bij mij willen afkijken.”

Eefke vertelt, aan de hand van een anekdote over een situatie met haar zoon Imre, dat ze steeds meer leert om kinderen serieus te nemen. Vlak voor Imres 6de verjaardag bereiden ze samen het feest voor waar in totaal 9 kinderen zullen komen. Eefke heeft 2 zakjes met lollies en ziet een praktische kans om speels wat rekenwerk in te brengen.

“Imre, als ik 1 zakje heb, heb ik al 8 lollies! Hoeveel lollies moet ik nu uit het andere zakje pakken om 9 lollies te krijgen?”
Maar Imre is nog helder van geest. “Jij geeft mij een tip, alsof je het zelf al weet! (stilte) Weet jij het al?”
Eefke bekent.
“Zeg dat dan… dat vind ik vervelend… dan laat je het mij uitrekenen en dan vind ik zo nep! Dat deden ze op mijn oude school ook, maar daar kon ik er wel aan wennen…”
“Hoe wil je dan dat ik het doe?” vraagt Eefke.
Imre: “Je moet vragen: zal ik het zeggen of wil je het zelf uitrekenen.”

Voortgezet onderwijs op Iederwijs

Omdat het wettelijk gezien binnen particulier onderwijs goed mogelijk is om voortgezet onderwijs mogelijk te maken, wordt aan deze optie binnen Iederwijs veel aandacht gegeven. Dat zou betekenen dat straks de leeftijdsgrenzen van kinderen kunnen verschuiven naar 4 en 18 jaar in plaats van 4 en 12 jaar.

Als je doet wat je inspireert, gaat je idee groeien, en groei je vanzelf mee

Bas heeft veel geleerd van het verleden met het plannen, uitpluizen en aftasten van wettelijke mogelijkheden en de bijbehorende vertragingen. DOEN! is nu zijn motto. Gewoon DOEN! Wat je echt vanuit je zelf wilt doen, moet je daadwerkelijk ondernemen. Dan komt er vanzelf van het een het ander. “Wij hoeven ons niet in het huidige onderwijssysteem in te passen. Onderwijs in Nederland gaat zich aanpassen aan ons.”

=

“Het effect van ons huidige onderwijssysteem op ons doen en laten als kind én volwassene”
door Luc Stevens

Luc Stevens, professor Orthopedagogie, blijkt een man te zijn die er plezier in heeft om elk woord zorgvuldig te kiezen, en duidelijk articulerend te spreken. Hij gooit balletjes op… laat je even ervaren … en slaat vervolgens het balletje pontificaal binnen de lijnen. De ene rake oneliner volgt op de andere. Tijdens zijn betoog schiet de zaal diverse malen onstuimig in de lach.

Luc bekent dat hij in de zeventiger jaren pedagogisch verantwoorde onderwijsmethoden en onderwijsmethodieken ontwikkelde “zonder ooit een klas van binnen gezien te hebben”. En toen de methoden niet bleken te werken, legde hij de schuld zonder meer bij de docenten die er niets van begrepen hadden.

Als toen iets niet lukte, keek je om je heen aan wie het lag. Zo is het altijd geweest. Maar nieuw is nu: als iets niet lukt, kijk wat je zelf kunt doen.

Tijden veranderen en zo ook inzichten.

Tipping Point

“Daar waar een land of groep in crisis is, is een nieuw perspectief nodig.” En we zitten in Nederland volgens Luc nu op zo’n “Tipping point”, een keerpunt, een moment waarop de zaak gaat kantelen, naar de andere kant helt en vaart begint te krijgen! Veel vaart! Het onderwijs in Nederland heeft al een hele tijd een crisisgezicht en dat is helemaal in orde! Het lerarentekort? Ook helemaal in orde volgens Luc. Facts of life. Niet treuren. Hij stelt de vraag: “Wat zouden wij kunnen doen om ons onderwijs zo in te richten dat er een overvloed aan leraren komt?” Hij heeft het antwoord ook: “Verander het onderwijs!”

Op het algemene niveau van onze samenleving moeten we ontsnappen uit gevangenschap, uit het systeem stappen om nieuwe initiatieven te nemen. Om te komen tot de uiteindelijke conclusie: “Mensen moeten worden beschouwd zoals ze zijn, en niet zoals we ze zouden willen hebben.”

De school zoals we die tot nu toe gekend hebben, is er een waar we éérst zaken moeten leren en er dán pas voor gemotiveerd kunnen raken. De nieuwe scholen zullen je éérst motiveren, en daarna ben je klaar om te leren. Zo zit een mens in elkaar ook van nature in elkaar.

Descartes en de Franse Revolutie

Luc Stevens haalt Descartes (“ik denk, dus ik ben”) en de Franse Revolutie (Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap) erbij. Met ik denk, dus ik ben -de rationeel-logische zin- is veel bereikt. Technologie bijvoorbeeld, met zijn vele praktische toepassingen. Veel vrijheid is ermee verworven. Veel gelijkheid ook.

Maar helaas, broederschap… niet gelukt!

En dat is nou net datgene wat elke ouder voor zijn kinderen verlangt. Dat het gelukkig wordt. Met anderen dus. Dat is het principe van verbondenheid (broederschap), gelukkig kunnen zijn met anderen.

Er is nu een natuurlijke ontwikkeling gaande naar een wezenlijker begrip van waar het in het onderwijs om gaat. “Het gaat niet langer meer om de punten, het gaat om de mens.”

In het oude systeem ging het om de punten en was de mens op de achtergrond. En een van de vooraanstaande doelen van elke docent is het omgaan met leerlingen. Dat is de reden waarom je als docent naar school gaat!

2 kern-inzichten en 2 bijbehorende onvoorwaardelijke condities voor het nieuwe onderwijs, het nieuwe leren

Twee kern-inzichten: verworvenheden van de moderne wetenschap

De moderne wetenschappen, met name de biologie, de neuro-biologie en de moderne psychologie heeft tot twee kern-inzichten geleid:

(Tussen haakjes accentueert Luc Stevens het feit dat alle belangrijke ontwikkelingen in onze inzichten altijd uit de exacte wetenschappen komen en niet uit bijvoorbeeld de sociale wetenschappen. Interessante stof voor een geheel ander symposium.)

  1. meer aandacht voor de levensprocessen; het leven zoals het werkelijk is. In allerlei vakgebieden van de psychologie (de ontwikkelingspsychologie, de cognitieve psychologie etc.) is veel vooruitgang geboekt. “Je kunt niet 1 methode ontwikkelen voor 26 kinderen. je kunt wel methodisch werken.” Dit eerste punt kun je ook samenvatten in de zin: “Respect voor het bestaan zoals het zich manisfesteert.”
    Een voorbeeld: “Het temperament van een leerling laat zich niet in één ogenblik modelleren naar het mijne… Ik moet er mee leren omgaan. Respect is luisteren en kijken.”
  2. de mensen moeten het zelf doen: de mens als actor. “Leraren hebben het hardstikke druk…. omdat de leerlingen het niet zo druk hebben. Die vinden het óf te moeilijk, óf te makkelijk.”
    Luc heeft veel moderne tips voor docenten: “Het leren ontwikkelen doe je zelf. Laat het in beginsel over aan je leerlingen. Dan beantwoord je aan de natuur en je hebt het een stuk makkelijker. Je hoeft een ander niet meer te dwingen zich te gedragen zoals jij dat hebt bedacht (dit kost je tegenwoordig de meeste energie!)” Luc Stevens ziet zich genoodzaakt het volgende te zeggen: “Het klinkt allemaal zo eenvoudig… maar ik kan het niet moeilijker maken.”
    Hij wendt zich tot Mimsy Sadofsky met een stelling over het verschil tussen freedom en liberty. Freedom is de vrijheid van dwang en die vrijheid moet te allen tijde. Liberty is de vrijheid van keuze. Dat is een mogelijkheid. “Soms wel…”En hij wendt zich direct tot de zaal: “Waar of niet: wat wij onder dwang hebben moeten leren ervaren, heeft voor ieder van ons problemen gegeven.”

Twee onvoorwaardelijke condities

Door de twee kern-inzichten, aandacht voor levensprocessen en de mens als actor, komen er twee onvoorwaardelijke condities naar voren:

  1. rijke omgeving. Daarbij denkt Luc niet meteen aan veel kleuren en de moderne structuren als studielandschappen, maar vooral aan mensen. In Rijke Omgeving betekent rijk vooral rijk aan interacties, met medemensen.
  2. de beschikbare volwassene. Met een volwassene beschikbaar als bemiddelaar, kan het kind veilig het initiatief nemen. De rol van bemiddelaar kan ook door andere kinderen worden ingevuld. De functie van de leraar is bovenal hét instrument te zijn waardoor kinderen kunnen leren. (Vanuit de 19e eeuw was het in ons oude schoolsysteem verboden om andere mensen te zoeken. Leren deed je alleen. Waarom was dat? Selectie! Selectie was volgens Luc Stevens het devies van elke school. Wanneer alle kinderen hetzelfde materiaal voorgeschoteld krijgen, zal blijken welk kind het meest adequaat reageert. Wie kan hoofd worden, wie wordt hand… Alzo werd de maatschappelijke indeling destijds uitgestippeld.)

De genoemde 2 kern-inzichten en de bijbehorende 2 onvoorwaardelijke condities eisen samen 1 vermogen: vertrouwen.

Vertrouwen.

Wil er iets terecht komen van het nieuwe leren, dan zullen we moeten luisteren naar elk kind, en intens moeten kijken. “Een ‘alert vertrouwen’ is nodig: je onthoudt je van alles wat je naar je hand wil zetten. Je onthouden van interventies die niet passen,. dat is de ijzeren wet van interactie.” <vergelijk met de term “benign neglect” van Mimsy Sadofsky (Tura)>

Samenvatting met andere woorden

Met andere woorden samenvattend: volgens de neuro-biologie moeten opvoeding en onderwijs 2 zaken hebben:

  1. uitdaging
  2. benutting van de ervaring die je al hebt.

Ons organisme is ingesteld op uitdaging, want daardoor veert het organisme op. Het richt de aandacht, de doorbloeding stijgt, het geeft energie, activeert de hersensystemen en legt nieuwe verbindingen aan. In je 6e levensjaar is de dichtheid van verbindingen in je brein het hoogst. Van wat we kunnen en kennen maar niet meer gebruiken en toepassen, worden de verbindingen gewist.

Een dwingend systeem is geen uitdaging en biedt geen benutting van reeds aanwezige vaardigheden. Opvoeding en onderwijs vragen dat we mensen leren kennen.

Afsluiting

Volgens Luc is een initiatief als dat van Iederwijs nodig, een initiatief dat een grote diversiteit aan bouwstenen vormt, in een nieuw perspectief, en niet in een bestaand systeem.

De vraag van de leraar -hoe ga ik het morgen doen in mijn school- kent maar 1 antwoord:

  • doen wat essentieel is!
  • vertrouwen
  • aandacht voor de levensprocessen: geen dwang maar uitdaging
  • het kind moet het doen
  • rijke omgeving
  • zelf beschikbaar zijn als instrument

“Leer de kunst van het niets-doen; daardoor krijgen de kinderen de ruimte en merken ze dat jij als leraar bezig bent met je werk. Ze gaan je waarderen. Om je goed te voelen in je werk hebben leraren kinderen nodig. Die staan ons graag terzijde.”

=

“Het verdwijnen van de externe autoriteit en de opkomst van de interne autoriteit”
door Peter Delahay

Peter Delahay, geboren in 1940 en zoon van een leraar die alle “leesvoer”, dat gedurende de onderwijsvernieuwingen op diens bureau belandde, regelrecht de prullenbak in schoof. “Als het iets belangrijks is, dan hoor ik het wel!”

Peter wordt aangekondigd als visionair. Met veel andere sprekers van vandaag heeft hij gemeen dat hij graag spreekt en van prikkelen houdt.

Hij begint met de zaal te raden hoeveel percent van de Nederlands werkende populatie nog produceert met de handen. Slechts een klein deel van de zaal komt dicht bij het antwoord: 6%.

1993

De aftrap naar een volkomen nieuwe cultuur is al lang gegeven en Peter voorspelt dat deze cultuur over 5 jaar volkomen aanvaard zal zijn. Is iedereen nou gelijk of iedereen uniek? We zien tegenwoordig door het bomen het bos niet meer. Daarvoor wordt eerst uitgelegd waar het jaar 1993 in het volgende betoog voor staat.

In 1989 viel de Muur in Berlijn, een belangrijk historisch jaartal. Maar Peter kiest als belangrijkste jaartal voor de moderne Europese beschaving, d.w.z. voor het onherroepelijke begin van de afbraak ervan, absoluut voor 1993. Waarom 1993? Het is het jaar waarin in Europa de grenzen worden afgeschaft. Alle monopolies worden verboden, de grenzen zijn verdwenen en we hebben het allemaal zelf gedaan…

De consequenties van het openbreken van de Europese grenzen

Begrenzing maakt beschaving mogelijk, omdat het bureacratie mogelijk maakt. Vergelijk een beschaving met water dat door het opwerpen van dammen tot een meer uitdijt, een meer met kalm water waarop controle mogelijk is. Waardoor organisatie zijn intrede kan doen. Grenzen geven stabiliteit waarop goed te varen is. Zie figuur 1.

“Vergelijk het met de geboorte van een baby, met een ziel die als een rivier meandert naar de oceaan.”

In 1993 breekt de dam van de moderne Europese Rijken door, het water komt in beweging, begint te golven en maakt een vrije val bergafwaarts die niet te stoppen is. Een van de gevolgen: het tijdperk van de asielzoekers begint. Zie figuur 2.

Nogmaals: “vergelijk het met de geboorte van een baby, met een ziel die als een rivier meandert naar de oceaan. Vroeger gaven de opa’s en oma’s de grenzen aan van meanderende babies. Energie kanaliseren betekent dat de rivieren dijken krijgen, ze worden bevaarbaar en het land eromheen bebouwbaar. Maar de laatste tien jaar worden de kinderen niet meer gecoached door deze bijzondere groep oudere mensen. De rivier (het kind) loopt dood in de woestijn (de Prozac-club) of verwordt tot een verradelijk moeras (de Ritalin-club).”

De beschaving is voorbij. Maar het Chinese teken voor crisis bestaat uit twee delen: het ene betekent gevaar, het andere kans.

En in de ontstane crisis, na de aftrap naar een volkomen nieuwe cultuur, is de aanpak van Iederwijs dé ideale oplossing. Het coachen door grootouders wordt opgevangen door de kinderen zelf. Een volledig schoon en nieuw initiatief!

Bureaucratie versus netwerk: “Span of Control” tegenover “Span of Support”

De bureaucratie binnen een beschaving is met de instorting van een beschaving gedoemd om mee in te storten. De bureaucratie staat enorme groei in grootte toe, mega-instituten en concerns die vanuit de top controlerend optreden tot op de werkvloer: “Span of Control”. Het wrijvingspunt is echter altijd: ieder mens is uniek! Hoe meer de organisaties uitdijen, des te kwetsbaarder worden ze.

Het netwerk daarentegen is bij uitstek de organisatievorm van het nieuwe tijdperk. Ieder mens is uniek, een gegeven dat hier niet wrijft maar gedijt. Daardoor zal bij het uitdijen van het netwerk de kracht van het geheel enorm toenemen. “Kan de bureaucratie hooguit een briesje hebben, het netwerk kan een orkaan weerstaan.”
Zie figuur 3 en 4.

 

Let even op de boekhouder die links hard werkt buiten zijn passie om, en rechts vanuit zijn passie!
=

De ziel van het netwerk

Binnen het netwerk ontstaat een groepsziel. De beslissingsbevoegdheid en de beslissingsbekwaamheid ligt in de “Span of Support” bij de MENSEN. In de “Span of Control” is men in de top wel beslissingsbevoegd máár per definitie níét beslissingsbekwaam!

Volgens Peter Delahay volgt uit het verbod op monopolie uit 1993 dat de staat geen monopolie meer mag hebben over het onderwijs! Daar beginnen ze nu langzaam achter te komen!

De enige bron van geluk

“De enige bron van geluk is vanuit je passie iets creëren, het aanbieden aan de wereld en daarmee geaccepteerd worden!”

Emotionele koortsthermometer: schaamte, depressie, schuld en teleurstelling

Met figuur 5 biedt Peter bovendien voor het afsluiten nog een praktisch handvat voor de begeleiding van bijvoorbeeld kinderen thuis.

Stel je hebt een passie en je creëert van daaruit. Blijf je onder de stippellijn, dan is er sprake van een hobby. Ga je de wereld in met je creatie, bied je het aan en zoek je acceptatie in de breedste zin van het woord, dan zal je boven die stippellijn uitstijgen. Dan heb je een missie.

Kinderen zijn ook zo bezig: alleen maar met zichzelf. Passie, creëren, aanbieden en vragen om acceptatie. “Mama, kijk eens wat ik kan!”

Er zijn hindernissen in het leven. Niet elk kind slaagt er (meteen) in om het rijtje passie, creëren, aanbieden en vragen om acceptatie te volbrengen. Is er iets met je kind? Teruggetrokken, onzeker, of wat dan ook?

Aan de hand van de rode termen, gemoedstoestanden, in figuur 5 kun je precies bepalen waar je kind zit. Schaamte en depressie gaan vóór de passie uit: je kind kan zijn eigen zwaartepunt niet vinden. Schuld en teleurstelling kunnen alleen maar ontstaan ná het openbaar aanbieden van een creatie, nooit ervóór: je kind heeft niet de acceptatie gekregen waaraan behoefte was.

Figuur 5 kun je gebruiken als een thermometer voor je eigen gemoedstanden of die van een ander.

En wat moet je doen, bijvoorbeeld in geval van schaamte? Schaamte is volgens Peter omgekeerd evenredig met spontaniteit. Hoe meer schaamte, hoe minder de spontaniteit. Weinig schaamte? Veel spontaniteit!

Als je je schaamt, loop dan altijd naar je schaamte toe, en niet ervan weg!

Zoekt iets wat of iemand die je kan inspireren, die je terug leidt naar je passie!

Nawoord

Zoveel woorden werden er op deze dag over ons uitgestort. Woorden die raakten, die stootten en ondersteunden. Maar de absolute winst voor elke deelnemer was “wat er in de lucht hing…”

Het gevoel dat je werd opgetild door een reusachtige golf. Een golf die nog ver is van het punt van omslaan, en met een draagkracht die niet te meten is maar ontegenzeggelijk overweldigend en rigoreus.

Kun je liefde meten, het bestaan ervan bewijzen? Of kun je “leren” meten? Wetenschap of geen wetenschap, het maakt sinds dit symposium niet meer uit.

Ieder mens is zijn eigen bewijs! Iederwijs!

Sinds de vroege zomer van 1989, drie maanden waarin ik in de ashram van Osho (Poona, India) leefde en mezelf en leven in de ogen leerde zien, heb ik niet meer zó véél passie en zó véél kracht ervaren en zien rondgaan binnen een groep mensen. Mannen en vrouwen verlieten de symposiumzaal met grote, open en stralende ogen, met een bruisende lust om zaken op te pakken en verder te gaan. Mee te doen en te delen. Liefde ineens tastbaar.

Zo wil ik leven, zo wil ik leren! Zo wil ik werken, zo ik ben.

Tura G. Gerards
Amsterdam, 24 april 2003

© Tura G. Gerards / adhd-coaching-amsterdam.nl

=