ADHD: ontdek zelf hoe het evenwichtsorgaan werkt van jouw hyperactieve kind!

=

Volgens Rega Schaefgen* wel!
Tijdens mijn cursus “Kind in Balans” bij familiesysteem-therapeute Ingrid Dykstra** leerde ik dat de werking van het evenwichtsorgaan een gigantische invloed heeft op het bewegen van kleine kinderen. Leren bewegen, omrollen, je hoofd draaien, iets pakken, kruipen, opstaan, lopen, rennen, fietsen etc., het zijn allemaal activiteiten waarbij de zwaartekracht een ware hoofdrol speelt! De zwaartekracht is een ongelofelijke constante in ons leven, nietwaar?! Je zou het bijna vergeten.

Via vallen en opstaan ontwikkelt elk kind zijn evenwichtsorgaan.
De meeste kinderen worden geboren met een ‘normaal’ evenwichtsorgaan. Sommige kinderen echter… beginnen volgens Schaefgen hun leven met een ‘minder gevoelig’ evenwichtsorgaan. Anders gezegd: veranderingen in de balans van hun bewegende lichaam worden ‘wat laat’ opgemerkt.

Hoe kan een kind dat oplossen (want niemand wil telkens blijven vallen…)?

Dat kan door te kijken en snel te bewegen! En het resultaat is dan: hyperactiviteit!
De snelheid waarmee die kinderen bewegen, is zo ineens een aangeleerde compensatie voor het “wankelen in traagheid”. En met je ogen kun je veranderingen van je lichaamshouding heel snel bepalen. Het volgende voorbeeld maakt dit duidelijk: iedere vader en moeder weet dat je kind pas écht leert fietsen – zonder zijwieltjes – wanneer het voldoende vaart durft te maken! Zittend op een fiets in evenwicht blijven, bij lage snelheid, is heel moeilijk!
=

HYPERACTIVITEIT TEN GEVOLGE VAN EEN MINDER GEVOELIG EVENWICHTSORGAAN…
Ingrid Dykstra toonde tijdens de training een film uit haar eigen praktijk met 4 jongens tussen de 6 en 10 jaar. Ieder van hen had een of ander “probleem”.
Er was één klein maar watervlug manneke bij die ogenblikkelijk mijn hart stal.
Bij alle opdrachten stond hij meteen vooraan!
Alle spelletjes met evenwicht volbracht ie kwiek en soepel.
Over een balk lopen bijvoorbeeld: waar de anderen schoorvoetend zijwaarts gingen om niet te vallen, vloog dit ventje er zowat overheen!

Hoe vaak veroordelen wij hyperactieve kinderen niet omdat ze te beweeglijk zijn? We vinden hen “te druk”… “te veel”… terwijl zij misschien alleen maar bewijzen dat een mens in staat is zich in allerlei omstandigheden optimaal aan te passen. Is dat niet de aard van gezonde evolutie?

Want wat was de grote verrassing in deze film?
Voor het laatste spel lagen er vier tapijttegels op de grond.
Dat waren eilanden in de zee.
En elk kind moest – met blote voeten – van het ene eiland op het andere stappen zonder de zee aan te raken of erin te vallen!
En dat alles… geblinddoekt!

Ai!
Mijn kleine vriend was de enige die wankelde.
En viel.
Flats, daar ging-ie, vrijwel meteen.
Zonder ogen was hij geheel afhankelijk van zijn evenwichtsorgaan… en dat gaf veel te traag de info door dat zijn lichaam uit balans ging…

Hij zag het nu niet aankomen… Ohhhh!

Dus: kleine kinderen kunnen hyperactief worden ten gevolge van een minder gevoelig evenwichtsorgaan!
Maar wil dat zeggen dat deze kinderen adhd hebben?

Wie weet hoeveel kinderen er in de wereld rondlopen die “adhd hebben” zonder dat is opgemerkt dat hun evenwichtsorgaan traag is. Die ‘afgekeurd’ worden, terwijl ze zich juist zo fantastisch hebben aangepast aan hun eigen omstandigheden!

Boeiend in dit feit is natuurlijk ook dat de “kwaliteit” van het evenwichtsorgaan erfelijk is. Dat biedt een nieuw licht op de discussie van ADHD en erfelijkheid.
=

WAT MOET JE DOEN ALS JE KIND EEN MINDER GEVOELIG EVENWICHTSORGAAN BLIJKT TE HEBBEN?
Is je kind nog te helpen?

Jazeker!
Er zijn gelukkig allerlei specialisten die kinderen op speelse wijze kunnen helpen hun evenwicht te verbeteren en zo ook hun motoriek te verbeteren. En te ontspannen!

De eerste 7 levensjaren van een kind zijn sowieso bedoeld om meesterschap te verwerven over die twee allermoeilijkste fysieke taken in het leven: ontspannen stil staan en ontspannen stil zitten.
En hulp bij het verwerven van een beter evenwicht kan ook op latere leeftijd goed helpen!

Zelf heb ik op 49-jarige leeftijd nog euritmie gehad en dat heeft me meer evenwicht en (onbewust) rust gegeven… Sterker nog: ik vermoed dat het zelfs een grote invloed heeft gehad op het verliezen (toen ik 50 was) van de depressies waar ik meer dan 35 jaar last van heb gehad.
=

SPEELSE TEST
Dus papa’s en mama’s, hier volgt een speelse en leuke test waaraan iedereen mee kan doen: de koorddanser!

  1. Leg een lang lint of dun touw op de vloer en trek het met plakband aan weerszijden strak.
  2. Laat iedereen die meedoet de schoenen en sokken uittrekken.
  3. Iedereen loopt – om de beurt… en met de ogen OPEN – over dat “koord” van de ene kant naar de andere, in de eigen snelheid. Het is alsof je via een koord over een ravijn gaat. Dus niet vallen!
  4. Als iedereen aan de beurt is geweest, doet iedereen hetzelfde nogmaals… maar nu met de ogen DICHT! Kun je het nog net zo goed en snel als zojuist? Of wankel je nu meer?
  5. De laatste ronde: iedereen loopt nogmaals met de ogen dicht over de “koord”… maar nu zo langzaam mogelijk! Slow motion… En nu voel je bij elke stap heel goed het lint of dunne touw met de zolen van je voeten. Wankel je nu nog meer?
  6. Je kunt dit spel ook nog uitbreiden door stap 3 te herhalen – over het koord lopen met de ogen open – en daarbij onderweg een speciaal voorwerp van de grond te rapen.
    =

* Schaefgen, Rega. Praxis der Sensorischen Integrationstherapie”. Stuttgart: Thieme, 2007.

** Dykstra, Ingrid. Familieopstellingen met kinderen en jongeren. Deventer: uitgeverij Ankh-Hermes bv, 2006.

** Dykstra, Ingrid. Kind en familielot. Het gedrag van kinderen begrijpen vanuit systemisch perspectief. Groningen: uitgeverij Het Noorderlicht, tweede druk 2007.

 

Wanneer krijg je de “diagnose” ADHD?

Let op: het onderstaande artikel gaat nog over de DSM-IV.
Sinds 2013 geldt de DSM-V. Zie daarvoor: http://adhdcoachamsterdam.nl/blog/adhd-criteria-van-dsm-iv-naar-dsm-v-wat-is-veranderd/
=

ADHD “HEB” EN “KRIJG” JE NIET ZOMAAR…
Als je ADHD “hebt”, dan “heb” je ADD plus hyperactiviteit.
(Zie voor ADD deze blog.)
Een psychiater vermoedt dat je een stoornis m.b.t. aandachtstekort plus impulsiviteit en hyperactiviteit hebt, ADHD, wanneer je aan de volgende 6 criteria voldoet:

1.

A: bij kinderen komen gedragingen overeen met minimaal 6 van de 9 gedragskenmerken van tekort aan aandacht PLUS overeen met minimaal 6 van de 9 gedragskenmerken van hyperactiviteit en impulsiviteit. Dus in totaal worden bij kinderen minimaal 12 van de 18 beschrijvingen van gedragskenmerken herkend. (Zie de opsomming van die kenmerken onderaan deze pagina)

B: bij volwassenen komen gedragingen overeen met minimaal 4 of 5 van de gedragskenmerken van tekort aan aandacht PLUS met minimaal 4 of 5 van de 9 gedragskenmerken van hyperactiviteit en impulsiviteit. Dus in totaal worden bij volwassenen minimaal 8 tot 10 van de 18 beschrijvingen van gedragskenmerken herkend! (Zie de opsomming van die kenmerken onderaan deze pagina)

2.

alle herkende symptomen van onoplettendheid zijn gedurende ten minste 6 maanden aanwezig geweest in een mate die onaangepast is en niet past bij het ontwikkelingsniveau.

3.

enkele van die herkende symptomen van onoplettendheid (die beperkingen veroorzaken) waren voor het 7e jaar aanwezig.

4.

enkele van die herkende symptomen van onoplettendheid (die beperkingen veroorzaken) zijn aanwezig op 2 of meer terreinen; bijvoorbeeld op school/werk en thuis.

5.

het “normale” functioneren op school, op het werk of in andere sociale verbanden moet door die herkende symptomen van onoplettendheid significant beperkt en verstoord worden.

6.

de herkende symptomen komen niet uitsluitend voor in het beloop van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, schizofrenie of een andere psychotische stoornis en zijn niet eerder toe te schrijven aan een andere psychische stoornis (bijvoorbeeld stemmingsstoornis, angststoornis, dissociatieve stoornis of een persoonlijkheidsstoornis)

 

DE 9 SYMPTOMEN VAN EEN TEKORT AAN AANDACHT

Hier volgen de 9 beschrijvingen (symptomen) van een tekort aan aandacht zoals genoemd onder punt 1A en 1B hierboven.

Tekort aan aandacht – Het kind of de volwassene:

  1. slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos fouten in schoolwerk, werk of bij andere activiteiten
  2. heeft vaak moeite de aandacht bij taken of spel te houden
  3. lijkt vaak niet te luisteren als hij/zij direct aangesproken wordt
  4. volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er vaak niet in schoolwerk, karweitjes af te maken of verplichtingen op het werk na te komen (niet het gevolg van oppositioneel gedrag of van het onvermogen om aanwijzingen te begrijpen)
  5. heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten
  6. vermijdt vaak, heeft een afkeer van of is onwillig zich bezig te houden met taken die een langdurige aandacht (langdurige geestelijke inspanning) vereisen (zoals school- of huiswerk)
  7. raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden (bijvoorbeeld speelgoed, huiswerk, potloden, boeken of gereedschap)
  8. wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels
  9. is vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden

 

DE 9 SYMPTOMEN VAN HYPERACTIVITEIT EN IMPULSIVITEIT

Hier volgen de 9 beschrijvingen van hyperactiviteit en impulsiviteit, zoals genoemd onder punt 1A en 1B hierboven. De eerste zes gedragsbeschrijvingen horen bij hyperactiviteit, de laatste drie bij impulsiteit.

Hyperactiviteit – Het kind of de volwassene:

  1. beweegt vaak onrustig met handen of voeten, of draait in zijn/haar stoel
  2. staat vaak op in de klas of in andere situaties waar verwacht wordt dat men op zijn plaats blijft zitten
  3. rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (bij adolescenten of volwassenen kan dit beperkt blijven tot subjectieve gevoelens van rusteloosheid)
  4. kan moeilijk rustig spelen of zich bezighouden met ontspannende activiteiten
  5. is vaak “in de weer” of “draaft maar door”
  6. praat vaak aan een stuk door

Impulsiviteit – Het kind of de volwassene:

  1. gooit het antwoord er vaak al uit voordat de vragen afgemaakt zijn
  2. heeft vaak moeite op zijn/haar beurt te wachten
  3. verstoort vaak bezigheden van anderen of dringt zich op (bijvoorbeeld mengt zich zomaar in gesprekken of spelletjes)

Kan ADHD overgaan?

Dat is een pas echt een moeilijke vraag!
Ten eerste is het de vraag of je ADHD kunt “hebben”.

Pas wanneer we ervan uitgaan dat je ADHD kunt hebben, kan de vraag “Kan ADHD overgaan?” gesteld worden. En eigenlijk kun je geen AD(H)D hebben, want AD(H)D is niet de naam van een stoornis. Zie de blog Kun je ADHD “hebben”?.

ADHD is enkel en alleen de ‘roepnaam’ van 18 gedragskenmerken die door psychiaters na intensief en jarenlang vergaderen zijn verzameld.

Maar goed… Laten we – voor deze ene keer – eens aannemen dat je ADHD kunt “hebben”.

Dan durf ik die vraag “Kan ADHD overgaan?” wel te beantwoorden met NEE.

Overgaan zou betekenen dat alle symptomen en gedragingen voor 100% zouden kunnen verdwijnen, zoals je een longontsteking kunt kwijtraken of van een gebroken been kunt genezen.

Gedrag zit in je lijf, in je denken, in je voelen, in je taal, in het gebruik van je zintuigen, in je waarden, je overtuigingen. Alleen al het genetische aandeel van gedrag is zo sterk dat je nooit een geheel nieuw gedragspakket kunt aanleren.

Maar…. je kunt zoveel nieuwe dingen leren en oude waarden en overtuigingen vervangen of ombuigen naar inzichten die veel beter voor je werken, dat je uiteindelijk een leven kunt gaan leiden dat helemaal de moeite waard is. Creatief met brein, ieder mens kan dat!

Jouw leven kan met wat aanpassingen zelfs zo bijzonder worden dat je je kunt afvragen of je zonder AD(H)D ooit zo ver zou zijn gekomen!

 

Kun je ADHD “hebben”?

Zoals je griep hebt of de ziekte van Pfeiffer?
Hè, is AD(H)D een ziekte?
Of is AD(H)D een stoornis?

Als je precies gaat kijken naar hoe AD(H)D in de DSM-IV* gedefinieerd is, dat luidt het antwoord in die twee laatste vragen: NEE! AD(H)D is géén ziekte en AD(H)D is géén stoornis. Je kunt ook geen diagnose AD(H)D krijgen. Al wordt het zo tegenwoordig makkelijk gezegd en genoemd.

Een ziekte kan AD(H)D volgens Trudy Dehue** sowieso niet zijn want… “van een ziekte is pas sprake wanneer de aandoening als een algemeen en maatschappelijk onaanvaardbaar iets wordt beschouwd (bijvoorbeeld besmettelijkheid) waarvoor een arts geraadpleegd dient te worden.”

Maar ook voor een stoornis kan ADHD volgens de letter van de DSM-IV niet doorgaan. ADHD is namelijk geen naam voor de oorzaak van een stoornis. ADHD is enkel en alleen een verzamelnaam van 18 gedragsuitingen die stuk voor stuk kunnen duiden op de aanwezigheid van een stoornis!

Dehue formuleert het als volgt: “ADHD is een samenvattende beschrijving van een aantal gedragskenmerken.”

Wat elk van die beschreven gedragingen veroorzaakt, tja, dat vermeldt de DSM-IV dus niet. Dat weten ze ook niet en daardoor bestaat er ook geen medische standaardtest voor AD(H)D.

 

* De DSM-IV is een boek uit 2000 met een afgesproken opsomming van gedragskenmerken die op een psychiatrische aandoening kunnen wijzen.

** Dehue, Trudy. De depressie-epidemie. Amsterdam: uitgeverij Augustus, vierde druk 2008.

 

Heeft ADHD een biologische oorzaak?

Volgens Trudy Dehue*, hoogleraar wetenschapstheorie en wetenschapgeschiedenis, zijn het de DSM-opstellende psychiaters zelf die in 2002 en 2007 officieel verklaarden dat er uit onderzoek omtrent AD(H)D (en alle 301 “stoornissen” in de DSM-IV**) geen – nogmaals geen – harde wetenschappelijke conclusies te trekken zijn omtrent biologische oorzaken.

Daarom mag officieel niet gezegd en geschreven worden dat AD(H)D een (neuro)biologische oorzaak heeft.

De farmaceutische industrie omzeilt dit verbod altijd door veel plaatjes en filmpjes van hersenactiviteit te tonen en door zinsconstructies als “… Kan veroorzaakt zijn door…” enz.
=
=

* Dehue, Trudy. De depressie-epidemie. Amsterdam: uitgeverij Augustus, vierde druk 2008.

** De DSM-IV is een boek met een afgesproken opsomming van symptomen van alle psychiatrische aandoeningen. In 2013 verscheen de aangepast versie DSM-V.